maandag 21 mei 2012

PIONNEN

Tijdens de voetbaltraining in mijn jeugd speelden ze een o zo belangrijke rol: pionnen. Waarschijnlijk handgemaakt in Duitsland, voorzien van zeven laklagen in een klein Brits fabriekje. Schitterende kwaliteit, prachtig vakwerk, in ieder geval behoorlijk groot en ook echt zwaar. Na een verloren trainingspartij de stapel pionnen voor straf meezeulen naar het materiaalhok. Je een breuk sjouwen op het gravel aan de Oosterweg: wie is er niet groot door geworden?

Tegenwoordig draagt de trainer zelf de piketjes van en naar het veld. De zware pionnen zijn immers vervangen door kleine, kekke rondjes. Op de gemiddelde bar mitswa zouden ze niet uit de toon vallen. Felgekleurde plastic keppeltjes, vederlicht, met containerladingen tegelijk aangevoerd vanuit China, wat een armoede.

De huidige jeugd weet niet wat ze mist. In het verleden niets mooiers dan tijdens de trainingspartij de paal te raken, hard tegen de bovenste helft van onze zware pionnen te schieten. Schitterend was het: zo'n logge pion die met gevoel voor overacting anderhalf tot twee salto's achterover sloeg. De gemiddelde Portugese aanvaller kan daar vandaag de dag nog een puntje aan zuigen, dat prachtige doorrollen van onze piketten. Liefst een beetje schuin naar achteren. Want een ervaren piket wist het, dan ontstond er discussie: binnenkant paal en dus een belangrijke goal of gewoon paal en dus niets meer dan een achterbal. Daar kon de gemiddelde pion van genieten, onze wil om te winnen, desnoods met wat gemanipuleer. De pion rechtop zetten en dan met de voet nog even snel twee kleine tikjes, het doel 4 centimeter kleiner, dat scheelde per seizoen toch gauw twee - drie overwinningen. Net zoals op het schoolplein, de jas als paal en dan 'per ongeluk' de mouw deels op de doellijn laten liggen. Bal over de mouw, ja natuurlijk was dat paal. Behalve tegen de jongens uit de hogere klassen. Ondanks ons surplus aan techniek, was het lastig winnen tegen die gasten uit de bovenbouw. Die halve kop groter, toch keihard, de wetten van het schoolplein...

Met weemoed heb ik geregeld aan ze gedacht, waar waren onze pionnen gebleven? Ons verleden, toch niet vermalen en omgesmolten tot vuvuzela's of ander oranje prullaria ter opleuking van het zoveelste eindtoernooi? Gelukkig heb ik onze piketten vorige week gevonden: langs een regenachtige snelweg in het Duitstalige deel van Belgie. Een vele kilometers lange oranje omkadering, die de verwachting moest wekken van wegwerkzaamheden. Binnenkort zou er aan de weg gewerkt gaan worden. De tienduizenden pionnen waren er in ieder geval al klaar voor.

Het was een wat troosteloos gezicht. Natuurlijk maakten ze zich weer nuttig, maar ze hadden zoveel mooiere dingen meegemaakt. Als je nog met Cruyff hebt getraind, dan is langsrazend verkeer en opspattend regenwater toch even slikken. Op de versmallende weg raakte de vrachtwagen voor me met zijn rechterachterwiel vrij stevig een pion. Tippend over de weg knalde hij na vier - vijf salto's heerlijk tegen de vangrail, je zag de pion genieten. Mooi hoor, mijn pionnen konden het nog steeds!! Eén tippende piket en de rest van de rit was ik in mijn gedachten weer terug op het trainingsveld. Met dank aan een onoplettende vrachtwagenchauffeur....








zondag 6 mei 2012

LAVENDEL

Halverwege maart stond ik braaf met wat tuingerei in de aanslag voor mijn perkje met lavendel. Precies zoals het snoeiboek het voorschrijft: ruim voor aanvang van het voorjaar schijnt dat geknot toch echt te moeten plaats vinden. Fiks geknip met weinig weerstand, ik was er helemaal klaar voor. Heerlijk ontspannend is het om weerloos leven met een grote schaar van de kop te ontdoen. Helaas één dode massa, brosse twijgjes als ultiem bewijs van flinke vorstschade. Prachtig zo'n strenge februari-maand, maar tere lavendelstruikjes zijn schijnbaar niet opgewassen tegen een laag sneeuw en min zeventien. De strijd tussen Siberische temperaturen en Mediterrane ondergroei, de uitkomst stond eigenlijk bij voorbaat al vast.

Het is geen gezicht: verdord grijs steekt te schril af tegen fris geschilderde blauwe kozijnen. Inmiddels begin mei, langer uitstellen is onverantwoord, straks beginnen de overburen te klagen. Ik ben nu onderweg naar het tuincentrum voor een dozijn nieuwe struikjes. Altijd iets waar je even doorheen moet, maar straks de voldoening van wroetende handen door verse tuinaarde.

In de nazomer zorgt een overdaad aan lavendel in de tuin wel eens voor verwarring. Het grootste deel van het jaar kom je het alleen tegen in het toilet, maar dan komt die heerlijke geur je aan het begin van de straat al tegemoet. Na een leuke feestavond spontaan de blaas legen tussen de lavendel in de voortuin, net op het moment dat de buurman in zijn auto stapt op weg naar de ochtenddienst. Dat associatieve aspect van geur wordt wel eens pijnlijk onderschat...

Je schijnt er ook in de keuken wel wat mee te kunnen: de smaak van wortels en kaas kun je blijkbaar prima ophalen met wat lavendeltakjes. Ik neem altijd voor dat soort tips van Jamie Oliver toch eens ter harte te nemen, maar ik vrees dat ook dit jaar alleen de hommels en koolwitjes aan zullen schuiven aan de rijk gedekte tafel vol lavendel.

Elke nieuwe generatie koolwitjes weet mijn tuinperk moeiteloos te vinden. Geen idee of dat er genetisch ingeslepen wordt, maar reden genoeg om de lavendel in stand te houden. Je wilt die jongens ook niet teleurstellen. Netjes een blokje om gevlogen en dan een lavendelperk zonder lavendel. Daar fladder je dan met je knorrende koolwitmaag. Hun neus achterna, belanden ze wellicht in het toilet om er daar achter te komen dat de inhoud van zo'n toiletverfrisser toch betrekkelijk weinig voedingswaarde bevat voor de gemiddelde dagvlinder. Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat een woedend koolwit nog behoorlijk wat schade kan aanrichten. U heeft vast wel eens gehoord dat ze met één klap van de vleugels, duizenden kilometers verder een fikse storm teweeg kunnen brengen. Ze schijnen na twee, drie teleurstellingen echt vreselijk door het lint te kunnen gaan. Een gebroken toiletpot, de tegels van de wand, een afgebroken kraan en de daarbij horende waterschade, het telt toch gauw op. Die 80 euro aan lavendel moet u maar als een soort verzekering zien. Voorkomen goedkoper dan genezen, soms een eenvoudige rekensom....








donderdag 3 mei 2012

WIJZE LESSEN UIT RUANDA

Binnenkort weer eens met de mannen een avondje stappen. Laten we de kroegen van voor 1700 in het centrum weer eens doen; bier drinken zonder thema is immers zo fantasieloos. Heerlijk een rondgang uitstippelen langs een tiental dranklokalen, terwijl je van tevoren weet dat een stuk of drie al een prachtig resultaat zal zijn. De lol van alleen dat uitstippelen al, te vaak zwaar onderschat.

Die route inprenten is echter niet de enige voorbereiding die je moet treffen. Bij het bezoek aan meerdere cafes weet je immers dat het altijd kan gebeuren. Je kunt zo een groepje wat oudere dames tegen komen, een stel wat versleten meiden uit de provincie, een heel weekend naar de grote stad. Laat in de middag en vroeg in de avond, dat zijn toch de linke momenten. In zo'n situatie moet je heel goed weten wat te doen: achteloosheid kan verstrekkende gevolgen hebben.

Waarschijnlijk zijn ze eerst even wezen shoppen: de Bijenkorf en daarna hip de Negen Straatjes afgestruind. Een bezoek aan het tasjesmuseum, dat doet het ook altijd goed bij een kluitje plattelandsvrouwen. Vervolgens een klein aperitiefje in een bruine kroeg. Nou meid, echt Amsterdams. Gek gemaakt door een overcommerciele barman met een te zwoele oogopslag. Dan zijn die meiden niet meer te houden. Zwaar beneveld gaan ze ongeremd op jacht. Onbeschroomde aandacht voor alles wat er maar enigszins mannelijk uitziet. In slechts 2 - 3 uur de ultieme metamorfose van brave nablijfmoeders tot vastberaden bijtertjes...

Reageer niet als ze wat tegen je zeggen! Kijk nooit vriendelijk terug! Twee keer knipperen en ze staan om je heen. Niets zo bedreigend als een compleet dameshandbalteam dat reeds jaren geleden is gestopt. Cirkelen zit ze nog in het bloed, dat kunnen ze nog altijd als de beste. Nu is ontsnappen onmogelijk geworden. Angstzweet, besnuffeld door zeven vroeg-grijze cavia's.

Gelukkig ben ik eens bij de berggorilla's in Ruanda geweest en weet ik in een dergelijke situatie wat te doen. Ook zo'n Silverback en zijn nieuwsgierige familieleden kunnen redelijk imponerend overkomen. Belangrijk is dan niet op te kijken, te doen alsof je het groeien van het gras aan het beloeren bent. Blijf rustig, ook met twee gniepende gorilla's op je hoofd.

Dat willen die handbalsters ook, dat op je hoofd zitten. Maar laat het niet zo ver komen. Blijf bijvoorbeeld stoicijns in je bierglas koekeloeren. Bestudeer uitgebreid de schuimstreepjes aan de binnenzijde van het glas: wonderlijk constant het volume van de slokjes!! Ook dat verschralen van het bier, als je je daar echt in verdiept, is dat een schitterend proces. Meestal zijn ze na tien lange minuten afgehaakt.

Als de gorilla's dan nog niet verdwenen zijn, helpt het wel eens een beetje instemmend te gaan zitten grommen. Als het maar diep genoeg uit de keel komt, dan zie je de groep mensapen direct ontspannen. Heerlijk zo'n groeiende overtuiging dat het helemaal goed zo is en dat ze zich weer gaan richten op typische gorilla-dingen. De zilverrug op zoek naar een smetteloos wit konijntje om even flink door de bilspleet te halen. Verstokt vegetarier en een dikke vacht, dan moet je iets doen om op die plek geklit te voorkomen. De vrouwelijke gorilla's breken en buigen wat takken en nestelen zich in de boomtoppen voor een welverdiend middagdutje. Dit is het moment om voorzichtig achteruit kruipend de gevarenzone te verlaten. Opgelucht huppelend terug naar het basecamp, wat een avontuur.

Mocht je in de kroeg nog altijd omsingeld zijn, maak dan niet de klassieke fout ook daar te gaan zitten grommen. Dronken dames kunnen daar op twee manieren op reageren. Een klein deel zal zich als een gemiddelde gorilla gaan gedragen. Midden in de stad is dat toch een slordig gezicht: zo'n klein konijntje dat zich met een geknakt oor en een ontvelde rug strompelend onder de bar in veiligheid probeert te brengen. Of een boerin die van vier meter hoogte met haar onderkaak op de stoeprand tipt, omdat dat ge-nestel schijnbaar toch enige oefening vergt.

Het grootste deel van het bedreigende vrouwvolk vat het gegrom echter op als de ultieme aanmoediging. In je ooghoek zie je jouw biermaten gniffelend naar de volgende kroeg vertrekken in de overtuiging dat je nu echt niet meer bent te redden. Meedogenloos. Zelfs de grootste optimist kan uit zo'n situatie nog weinig positiefs halen. Denk op zo'n moment maar aan zo'n wit konijntje, dan valt het allemaal misschien nog een heel klein beetje mee....